De vragen veranderen niet, de gezichten wel. Voor wie niet op de maillijst staat van de sectie Vertalers, hierbij het schriftelijk interview dat ik gaf voor de nieuwsbrief van juni.
In deze nieuwsbrief maken we kennis met Euphemia Ophelders, schrijver, dichter en vertaler uit het Engels. Euphemia maakt namens de sectie Vertalers deel uit van de Auteursbondbrede denktank Diversiteit & Inclusie.
1. Dus, je bent vertaler. Hoe dat zo?
Er komt een punt in de academische carrière van iedere student Engelse literatuur dat je niet langer wegkomt op verjaardagen met je schrijversdromen en moet doen alsof je ook een echte baan kunt vinden met je opleiding. Het docentschap was me al ernstig afgeraden door een ouder in het onderwijs, dus de cursus Vertalen aan de Universiteit Utrecht kwam op het goede moment langs. Ik heb me zelden zo vermaakt met wat toch neerkwam op een voortdurende stroom aan huiswerk. Het puzzelen met woorden en idioom tot iets leest alsof het in mijn moedertaal geschreven had kunnen zijn (en in zekere zin zelfs ís) blijft genieten.
Een beter plan B kon ik me niet wensen, en dat was voordat ik besefte zo de Auteursbond al binnen te mogen lopen zonder een afgerond debuut.
2. Wat maakt Engels vertalen uitdagend?
Te weinig, natuurlijk. De groep Nederlandse lezers die niet naar het origineel grijpt als het gaat om oorspronkelijk Engelstalige literatuur – of zelfs een Engelse vertaling – wordt steeds kleiner. Niet omdat de nieuwe generatie lezers de boeken zou kunnen vertalen, maar wel omdat ze het voldoende kan begrijpen. Daarin ligt juist de uitdaging als jonge vertaler uit een taal die iedereen om je heen spreekt: het Engels is inmiddels zo verweven met het dagelijks taalgebruik dat je voortdurend twijfelt of je kompas voor ‘correct’ Nederlands, of in elk geval het (Noord-)Nederlands dat uitgeverijen willen uitgeven, niet scheef is afgesteld.
Het dwingt je des te meer om scherp te blijven reflecteren op elke zegswijze, want een anglicisme schuilt achter elke straathoek. Wacht – kak.
3. Favoriete vertaalopdracht tot nu toe?
Ik zal niet doen alsof er al veel te kiezen valt, maar ik vermoed dat ik altijd dankbaar terug zal kijken op het project rondom Lot van Bryan Washington, dat een slinger gaf aan mijn vertaalloopbaan en die van twaalf eveneens beginnende collega’s. Het ELV, Letterenfonds en Nijgh & Van Ditmar hadden de handen ineen geslagen om meer diversiteit in het werkveld te creëren en het was een buitenkans om mee te werken aan een pracht van een bundel. Ik mocht het langste kortverhaal vertalen, dat toch wat extra 7-centen in de lade bracht, maar bovenal bloedmooi is. Ik had het geluk het persoonlijk tegen de auteur te mogen zeggen op Crossing Border: ik kan de laatste regels van ‘Waugh’ nog steeds niet lezen zonder een traantje weg te moeten pinken.
Ik hoop het half zo mooi in het Nederlands te hebben kunnen weergeven.
4. Eén absolute aanrader uit jouw taalgebied?
Wel ja, eentje… Het is lastig lievelingetjes kiezen en daarnaast vind ik maar zelden de rust in mijn hoofd om iets te lezen wat ik niet aan het vertalen ben. Ik zou met liefde zorgeloos Lolita willen kunnen aanbevelen; misschien zijn vertalers als enige lezersgroep kritisch genoeg om het boek niet verkeerd te begrijpen of te misbruiken. (De geweldige Lolita Podcast van Jamie Loftus, over de vele culturele misvattingen in de receptie van het werk, raad ik van harte aan als je nog nooit over de musical hebt gehoord.) Nabokov zou alleen niet bepaald een origineler antwoord zijn dan Ali Smith – en bovendien heb ik zelf nog steeds niet de hele Annotated editie doorgewerkt. Ik wacht af tot er weer een hertaling nodig is.
Enfin, de verhalenbundel No One Belongs Here More Than You van Miranda July is een pareltje dat hopelijk niet iedereen kent.
Ontdek meer van Euphemia Ophelders
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
